In 2023 zijn er weer veel mooie en interessante literatuurbesprekingen geschreven voor ons platform. Hieronder vertellen onze redactie- en bestuursleden wat hun favoriete stuk was en waarom.
Thibault Coigniez
Een goede bespreking hoeft niet per se de thematiek van een boek scherp te stellen, een recensie kan ook expliciet mikken op het ontbloten van de blinde punten van een werk. Een recensent stelt soms de vragen die de auteur, al dan niet doelbewust, onbeantwoordbaar heeft gelaten. En net dat doet Marnix Beyen in zijn kritische bespiegeling over De draaischijf van Tom Lanoye. Als historicus hekelt Beyen de schijnbare evidentie waarmee Lanoye als romancier een loopje neemt met de historische feiten: “Hoezeer Lanoye zich ook achter de verbeelding verschuilt, toch laat hij met een boek als dit een zekere waarheidsaanspraak gelden.” Hoever mag een auteur historische personages en gebeurtenissen naar zijn hand zetten en hoe wel vaart ons begrip van het verleden daarbij? Het is een ethische vraag, die Beyen integer en doordacht terug op de literaire agenda zet.
Steffie Van Neste
Ik heb het afgelopen jaar met veel interesse Liesbeth D’Hokers bespreking van Alkibiades van Ilja Leonard Pfeijffer gelezen, omdat ze voortreffelijk de veelzijdigheid bespreekt van een monumentale historische roman waarin de eruditie, de levensdrift en het schrijfplezier van elke pagina afspat. Daarnaast vond ik ook Benjamin De Vos’ bespreking van Inger Kuins Diogenes. Leven en denken van een autonome geest erg geslaagd, waarin hij de belangrijkste aspecten van de cynische filosofie in een bredere historische en intellectuele context plaatst. Kleurrijke en tegendraadse figuren als Alkibiades en Diogenes laten zien hoe de erfenis van de oudheid vandaag uiterst actueel en relevant blijft.
Kila van der Starre
Afgelopen jaar heeft een recensie op De Reactor mij heel nieuw en fris naar een auteur doen kijken (en luisteren!) van wie ik het oeuvre goed ken. Door de recensie “De inclusieve politiek van de literatuur” van Gaston Franssen over de poëziebundel Doe het toch maar van Babs Gons ben ik namelijk het werk van de ‘Nederlandse koningin van spoken word’ gaan herlezen en herbeluisteren. Ook na de Nederlandse verkiezingsuitslagen in november 2023 dacht ik weer terug aan die bespreking. “Wie volledig inclusief wil zijn,” schrijft Franssen namelijk in zijn recensie, “zal tegen zichzelf in moeten schrijven, zal de vormeloosheid moeten accepteren en onvoorwaardelijk ja moeten zeggen tegen álles wat zich in die nieuwe openingen in de taal aandient. Vandaar dan ook dat de ‘politiek van de literatuur’ die Gons bedrijft, voorbijgaat aan starre poëticale positiebepalingen of expliciete criteria voor inclusie in de gemeenschap: het is immers een politiek van radicale inclusie. Die insteek maakt van Doe het toch maar een bundel vol adembenemende poëzie.”
Pieter Olde Rikkert
Om eerlijk te zijn – en dat is wellicht gênant als neerlandicus – had ik nog nooit van de schrijver Fré Dommisse gehoord, laat staan van haar debuutroman Krankzinnigen. Tot de mooie bespreking van Loranne Davelaar. Zowel qua stijl als thematiek benadrukt ze hoe actueel het werk van Dommisse vandaag de dag nog is. Door eerdere edities van Krankzinnigen in een medisch-historisch perspectief te plaatsen, laat Davelaar zien hoe Dommisses debuut vanwege het toenmalige (mannelijke) medische discours lange tijd niet als volwaardige roman werd beschouwd. Gelukkig breekt Davelaar daar met deze recensie – onderdeel van onze themareeks ‘Drempelstukken. Mentale en lichamelijke diversiteit in de literatuur’ – een lans voor.
Marleen Bongers-Dek
Mijn favoriete stuk uit 2023 is de bespreking van Tussen morgenzee en avondland van De Bronzen Uil-winnaar Ramy el Dardiry. Met die keuze wil ik niet alleen de winnaar van die mooie debutantenprijs en zijn roman in het zonnetje zetten, maar ook Hannah Cornelus die als getalenteerde critica voor De Reactor een tweede recensie aflevert die geslaagd, weloverwogen en mooi geschreven is. Ik kijk uit naar meer!
Geert Vandermeersche
Ik kies voor “Het recht om te vertellen” van Brigitte Herremans over Een klein detail (vert. Djûke Poppinga) van Adania Shibli. Het is een stuk dat de lezer diep inzicht geeft in het boek en de context errond, geschreven vanuit een grote expertise en aandacht voor detail.
Koen Van Baelen
Dit leven van Martin Hägglund is een belangwekkend boek omdat het op een originele manier aantoont hoezeer de vorm van onze individuele levens samenhangt met de politieke en economische organisatie van de samenleving. Christiaan Boonen schreef er een heel mooi stuk over waarin hij de eigenzinnige radicaliteit van Hägglunds ideeën toejuicht en er verder over nadenkt.
Silke Currinckx
Het stuk dat me dit jaar het meest is bijgebleven is “Breken met de dwangbuis van neuronormativiteit. Neurodiversiteit binnen/buiten outsiderliteratuur” van Lisanne Meinen & Liselotte Van Der Gucht, onderdeel van onze themareeks ‘Drempelstukken. Mentale en lichamelijke diversiteit in de literatuur’. Literatuur steunt vaak op identificatie en empathie bij het weergeven van personages, maar hoe werkt dit als je neurodiverse personages wil weergeven? Hoe voorkom je als schrijver dat je per ongeluk bijdraagt aan schadelijke stereotypes? Mijn hoop voor de toekomst is dat we in de Nederlandstalige literatuur meer neurodiverse personages zien. Liefst geschreven door neurodiverse mensen die hen niet als een case study behandelen maar het unieke perspectief centraal stellen. Voor mij is dit een baanbrekend stuk, en ik kijk er naar uit om te zien hoe deze nieuwe perspectieven de literatuur van de komende jaren zullen beïnvloeden.
Lenny Vos
De themareeks ‘Drempelstukken. Mentale en lichamelijke diversiteit in de literatuur’ heeft mij het afgelopen jaar vele malen aangenaam verrast. In het bijzonder wil ik de podcastaflevering noemen met Lieve Joris, waarin zij met host Johan Sonnenschein spreekt over haar roman Hildeke. Ze kijken in hun gesprek terug op het kinderrijke Vlaamse gezin in de jaren zestig en de bijzondere plek van haar zus Hildeke met haar ‘zingende hartje’ in het gezin. Daarnaast staan zij stil bij de grote verschillen tussen toen en nu in de omgang met kinderen met Down.
Afra Kiezebrink
Poëzie en sexy? Voor veel mensen misschien niet de meest logische combinatie (sorry), maar in de recensie “Verbinden, losrukken, plooien”, waarin Elsbet De Pauw schrijft over Plooi van Babeth Fonchie Fotchind, wordt duidelijk dat gedichten toch echt niet saai en oubollig zijn. Ik vond het heel interessant om te lezen hoe De Pauw het debuut van Fonchie Fotchind verbindt aan studies over millennialliteratuur en New Sincerity. De zoektocht naar verbinding, de aanwezigheid van een online cultuur en de ongefilterde, authentieke emoties maken dat deze bundel goed binnen deze stromingen te plaatsen is. “Plooi levert toegankelijke en hedendaagse poëzie die ook voor niet-fanatieke poëzielezers aantrekkelijk is,” concludeert De Pauw. Haar statement dat poëzie wel degelijk sexy kan zijn, wordt door haar scherpe bespreking van Plooi bevestigd, en dat is maar goed ook.